[ vorige ] [ Inhoud ] [ 1 ] [ 2 ] [ 3 ] [ 4 ] [ 5 ] [ 6 ] [ 7 ] [ 8 ] [ 9 ] [ 10 ] [ 11 ] [ 12 ] [ 13 ] [ 14 ] [ 15 ] [ 16 ] [ volgende ]
Installeer het pakket libpaper1
en het zal u vragen naar een
standaardpapiergrootte die voor het hele systeem geldt. Deze instelling wordt
opgeslagen in het bestand /etc/papersize.
Users can override the paper size setting using the PAPERSIZE
environment variable. For details, see the manual page
papersize(5)
.
Veel apparaatbestanden in de map /dev behoren toe aan vooraf gedefinieerde groepen. Bijvoorbeeld, /dev/sr0 behoort toe aan de groep cdrom.
Indien u wilt dat een bepaalde gebruiker toegang heeft tot een van deze apparaten, moet u de gebruiker gewoon toevoegen aan de groep waartoe het apparaat behoort, d.w.z. doe:
adduser gebruiker groep
Op die manier hoeft u de bestandspermissies van het apparaat niet te wijzigen.
Indien u dit doet vanuit een gebruikersshell of vanuit een grafische werkomgeving, dan moet u eerst uitloggen en weer inloggen om effectief een lid van die groep te worden. Om na te gaan tot welke groepen u behoort, gebruikt u het commando groups.
Als u de toegangspermissies van een randapparaat wijzigt, moet u weten dat ten gevolge van de introductie van udev, de kans bestaat dat deze bij het opstarten van het systeem voor sommige apparaten aangepast worden. Indien dit het geval is voor de randapparaten waarin u geïnteresseerd bent, dan zult u de regels in /etc/udev moeten aanpassen.
Het pakket kbd
ondersteunt dit. Bewerk het
bestand/etc/kbd/config.
In Debian plaatsen grafische programma's (X-programma's) de informatie over de hulpbronnen van hun toepassing in de map /etc/X11/app-defaults/. Indien u globale aanpassingen wilt maken aan grafische toepassingen, moet u die aanpassingen in deze bestanden plaatsen. Zij staan gemarkeerd als configuratiebestanden, waardoor hun inhoud bewaard blijft bij opwaarderingen.
Like all Unices, Debian boots up by executing the program init. Like most Linux distributions, a default Debian system uses systemd as the implementation of init. Traditional System-V style init and other methods are also supported. [6]
To control the order in which services are started, traditional System-V style Unix systems use runlevels. These are replaced by targets under systemd. To display the default target to which systemd will bring the system, run the command
systemctl get-default
During boot-up, systemd starts the services or other targets listed in the default target file /lib/systemd/system/default.target. The files for these services and targets are installed and the service is enabled during Debian package installation. If you specifically wish not to start a service during boot-up, instead of removing the corresponding package, you can run the command
systemctl disable service.service
using the name of the service file installed in /lib/systemd/system (usually based on the name of the package).
The service file /lib/systemd/rc.local.service provides an easy way to run customized scripts in the file /etc/rc.local after boot-up, similar to what's offered on Debian systems running System-V style init. Beware: this script will fail if it tries to interact with the console such as asking for a user password or trying to clear the screen.
You can check the status of any service by the command
service package status
. To start or stop a service, run
service package start
and
service package stop
. The service command works with any init system supported on a Debian system, not just with systemd. If you however prefer to use the same command on any systemd-supported Linux system, for checking the status run
systemctl status package.service
to get the same information.
For more information on systemd for Debian, see https://wiki.debian.org/systemd
.
Debian supports booting using traditional System V init, via the sysvinit-core package. The configuration file for System V init (which is /etc/inittab) specifies that the first script to be executed should be /etc/init.d/rcS. This script runs all of the scripts in /etc/rcS.d/ by forking subprocesses to perform initialization such as to check and to mount file systems, to load modules, to start the network services, to set the clock, and to perform other initialization.
Nadat het opstartproces voltooid is, voert init alle start-scripts uit die zich in de map bevinden die gespecificeerd wordt door het standaard 'runlevel' (dit 'runlevel' wordt opgegeven door het element id in /etc/inittab). Zoals de meeste vormen van Unix die compatibel zijn met System V, heeft Linux 7 'runlevels':
0 (stop het systeem),
1 (één-gebruikersmodus),
2 tot 5 (verschillende meerdere-gebruikersmodi), en
6 (herstart het systeem).
Op Debian-systemen staat id=2 ingesteld, wat aangeeft dat het standaard-runlevel '2' is als naar de meerdere-gebruikers-toestand overgegaan wordt en dat de scripts uit /etc/rc2.d/ uitgevoerd zullen worden.
Debian past een onderling afhankelijke opstartvolgorde toe via
insserv
met behulp van de LSB-headers van elk script onder
/etc/init.d/, evenals het gelijktijdig parallel opstarten via het
gebruik van startpar
om het opstartproces te versnellen.
De scripts in elk van de /etc/rcN.d/-mappen zijn gewoon symbolische koppelingen naar scripts in /etc/init.d/. Het zijn echter de namen van de bestanden in elk van de /etc/rcN.d/-mappen die gebruikt worden om aan te geven op welke wijze de scripts in /etc/init.d/ zullen uitgevoerd worden. Meer specifiek worden vooraleer een 'runlevel' binnengegaan wordt, alle scripts uitgevoerd die beginnen met 'K'. Dit zijn scripts die diensten doden. Daarna worden alle scripts die beginnen met 'S' uitgevoerd. Deze scripts starten diensten. Het uit twee cijfers bestaand getal dat na de 'K' of 'S' volgt, geeft de volgorde aan waarin het script uitgevoerd wordt. Scripts met het laagste getal worden eerst uitgevoerd.
Een dergelijke benadering werkt, omdat de scripts in /etc/init.d/ allemaal een argument nodig hebben dat 'start', 'stop', 'reload', 'restart' of 'force-reload' kan zijn en dan de taak uitvoeren die door dat argument opgegeven wordt. Zelfs nadat een systeem opgestart werd kunnen deze scripts gebruikt worden om verschillende processen te controleren.
Bijvoorbeeld, met het argument 'reload' stuurt het commando
/etc/init.d/sendmail reload
de sendmail-daemon het signaal om zijn configuratiebestand opnieuw in te lezen.
Merk op dat invoke-rc.d
niet gebruikt zou moeten worden om de
scripts uit /etc/init.d/ aan te roepen. In plaats daarvan moet
service
gebruikt worden.
If you do like System V init, but don't like the /etc/rc?.d/* links, you could
install the file-rc
package. That will convert the links into one
single configuration file /etc/runlevel.conf instead.
If you like neither System V nor systemd, you might like openrc
or
runit
or daemontools
.
Sommige gebruikers willen bijvoorbeeld een nieuwe server creëren door een
groep Debian-pakketten te installeren evenals een lokaal gemaakt pakket dat uit
configuratiebestanden bestaat. Dit is over het algemeen geen goed idee, omdat
dpkg
niet op de hoogte zal zijn van die configuratiebestanden die
zich in een ander pakket bevinden, en dus mogelijk conflicterende configuraties
kan neerschrijven wanneer een van de pakketten uit de initiële "groep'
opgewaardeerd wordt.
Maak in de plaats daarvan een lokaal pakket dat de configuratiebestanden van de
betreffende "groep" Debian-pakketten aanpast. Dan zal
dpkg
en de rest van het pakketbeheersysteem zien dat de bestanden
gewijzigd werden door de lokale "systeembeheerder" en zullen ze geen
poging doen om ze te overschrijven wanneer deze pakketten opgewaardeerd worden.
Verondersel dat een systeembeheerder of een lokale gebruiker liever een
programma "lokale-login" wil gebruiken in plaats van het programma
"login" warin door het Debian-pakket login
voorzien
wordt.
Overschrijf
/bin/login niet met lokale-login.
Het systeem voor pakketbeheer zal geen kennis hebben van deze wijziging en zal uw aangepaste /bin/login gewoon overschrijven als het pakket login (of elk pakket dat voorziet in /bin/login) geïnstalleerd of opgewaardeerd wordt.
Doe liever het volgende:
Geef de opdracht:
dpkg-divert --divert /bin/login.debian /bin/login
om er voor te zorgen dat alle toekomstige installaties van het Debian-pakket
login
het bestand /bin/login naar
/bin/login.debian schrijven.
Voer dan de volgende opdracht uit:
cp login-local /bin/login
om uw eigen lokaal gebouwd programma op zijn plaats te zetten.
Gebruik de opdracht dpkg-divert --list om te zien welke afgeleiden er momenteel actief zijn op uw systeem.
Details are given in the manual page dpkg-divert(8)
.
Geef de opdracht:
dpkg-scanpackages BIN_DIR OVERRIDE_FILE [PATHPREFIX] > mijn_Pakketten
waarbij
BIN-DIR een map is waar Debian-archiefbestanden (die gewoonlijk de extensie ".deb" hebben) opgeslagen worden.
OVERRIDE_FILE een bestand is dat bewerkt door de onderhouders van de distributie en gewoonlijk opgeslagen wordt op een Debian FTP-archief in indices/override.main.gz voor de Debian-pakketten in de distributie "main". Voor lokale pakketten kunt u dit negeren.
PATHPREFIX een optionele tekenreeks is die vooraan toegevoegd kan worden voor mijn_Pakketten, het bestand dat aangemaakt wordt.
Eens u het bestand mijn_Pakketten gebouwd heeft, moet u het pakketbeheersysteem erover informeren door het volgende commando te gebruiken:
dpkg --merge-avail mijn_Pakketten
If you are using APT, you can add the local repository to your
sources.list(5)
file, too.
Er zijn verschillende gevallen waarin twee pakketten voorzien in twee verschillenden versies van een programma, die beide dezelfde kernfunctionaliteit bieden. Gebruikers kunnen het ene verkiezen boven het andere uit gewoonte of omdat de gebruikersinterface van het ene pakket iets meer bevalt dan die van het andere. Andere gebruikers op hetzelfde systeem kunnen een andere keuze maken.
Debian gebruikt een "virtueel" pakketsysteem om systeembeheerders toe te laten hun voorkeursgereedschappen te kiezen (of de gebruikers deze te laten kiezen) als er twee of meer zijn die dezelfde basisfunctionaliteit bieden, en om zonder een specifiek pakket op te geven, toch te voldoen aan de vereisten inzake pakketafhankelijkheden.
Er zouden op een systeem bijvoorbeeld twee verschillende versies van een
nieuwslezerprogramma kunnen staan. Het nieuwsserverpakket kan de aanwezigheid
op het systeem van een nieuwslezer 'aanbevelen', maar de keuze tussen
tin en trn wordt overgelaten aan de individuele
gebruiker. Aan de aanbeveling wordt voldaan door zowel het pakket
tin
als het pakket trn
te laten voorzien in het
virtuele pakket news-reader
. Welk programma aanroepen
wordt, wordt bepaald door een koppeling die van een bestand met de virtuele
pakketnaam /etc/alternatives/news-reader verwijst naar het gekozen
bestand, bijv. /usr/bin/trn.
Een enkele koppeling volstaat niet om het gebruik van een alternatief programma ten volle te ondersteunen. Normaal moeten ook man-pagina's, en eventuele andere ondersteunende bestanden ook geselecteerd worden. Het Perl-script update-alternatives biedt een manier om ervoor te zorgen dat alle bestanden die met een opgegeven pakket verband houden, geselecteerd worden als de systeemstandaard.
Om bijvoorbeeld na te gaan welke uitvoerbare bestanden voorzien in 'x-window-manager', geeft u de opdracht:
update-alternatives --display x-window-manager
Indien u dit wenst te veranderen, geef dan het commando:
update-alternatives --config x-window-manager
en volg de instructies op het scherm (eigenlijk het cijfer invoeren dat naast het item staat dat u meer verkiest).
Indien een pakket om een of andere reden zichzelf niet als 'window manager' bekendmaakt (stel een bugrapport op als dit een fout is), of indien u een windowmanager uit de map /usr/local gebruikt, zullen de keuzemogelijkheden op het scherm uw voorkeurprogramma niet vermelden. U kunt de koppeling bijwerken via commandoregelopties zoals deze:
update-alternatives --install /usr/bin/x-window-manager \ x-window-manager /usr/local/bin/wmaker-cvs 50
Het eerste argument voor de optie '--install' is de symbolische koppeling die wijst naar /etc/alternatives/NAAM, waarbij NAAM het tweede argument is. Het derde argument is het programma waarnaar /etc/alternatives/NAAM moet verwijzen en het vierde argument is de prioriteit (hogere waarden betekenen een grotere kans dat het alternatief automatisch uitgekozen wordt).
Om een alternatief dat u toevoegde, te verwijderen, geeft u gewoon het commando:
update-alternatives --remove x-window-manager /usr/local/bin/wmaker-cvs
[ vorige ] [ Inhoud ] [ 1 ] [ 2 ] [ 3 ] [ 4 ] [ 5 ] [ 6 ] [ 7 ] [ 8 ] [ 9 ] [ 10 ] [ 11 ] [ 12 ] [ 13 ] [ 14 ] [ 15 ] [ 16 ] [ volgende ]
De Debian GNU/Linux FAQ
versie 9.0, 17 November 2018