[ vorige ] [ Inhoud ] [ 1 ] [ 2 ] [ 3 ] [ 4 ] [ 5 ] [ 6 ] [ 7 ] [ 8 ] [ 9 ] [ 10 ] [ 11 ] [ 12 ] [ 13 ] [ 14 ] [ 15 ] [ 16 ] [ volgende ]
In dit hoofdstuk worden een aantal basiszaken uit de interne keuken van het pakketbeheersysteem van Debian behandeld. Indien u hoofdzakelijk geïnteresseerd bent in het gebruik van de desbetreffende gereedschappen, ga dan verder naar de hoofdstukken De gereedschappen voor het pakketbeheer in Debian, Hoofdstuk 8 en/of Uw Debian-systeem up-to-date houden, Hoofdstuk 9.
Pakketten bevatten over het algemeen alle noodzakelijke bestanden om een aantal gerelateerde commando's of functies te implementeren. Eer bestaan twee types van Debian-pakketten:
Binaire pakketten die uitvoerbare bestanden bevatten,
configuratiebestanden, man/info-pagina's, copyright-informatie en andere
documentatie. Deze pakketten worden verdeeld in een Debian-specifieke
archiefindeling (zie Wat is de indeling van een binair
pakket van Debian?, Sectie 7.2). Zij worden gewoonlijk gekenmerkt door het
feit dat ze '.deb' als bestandsextensie hebben. Binaire pakketten kunnen
uitgepakt worden met het hulpprogramma dpkg van Debian (eventueel
via een frontend zoals aptitude
). Meer informatie is beschikbaar
in zijn man-pagina.
Bron-pakketten, die bestaan uit een .dsc-bestand dat het
bronpakket beschrijft (inclusief de namen van de volgende bestanden), een
.orig.tar.gz-bestand dat de originele ongewijzigde broncode bevat
in een met gzip gecomprimeerd tar-archief en meestal een
.diff.gz-bestand dat de Debian-specifieke wijzigingen aan de
originele broncode bevat. Het hulpprogramma dpkg-source kan
broncodearchieven van Debian verpakken en uitpakken. Informatie is te vinden
in zijn man-pagina. (Het programma apt-get
kan als frontend
gebruikt worden voor dpkg-source.)
Installation of software by the package system uses "dependencies"
which are carefully designed by the package maintainers. These dependencies
are documented in the control file associated with each package.
For example, the package containing the GNU C compiler (gcc
)
"depends" on the package binutils
which includes the
linker and assembler. If a user attempts to install gcc
without
having first installed binutils
, the package management system
(dpkg) will send an error message that it also needs binutils
, and
stop installing gcc
. (However, this facility can be overridden by
the insistent user, see dpkg(8)
.) See more in Wat wordt bedoeld met het feit dat een pakket een ander
pakket Depends (vereist), Recommends (aanbeveelt),
Suggests (suggereert), Conflicts (ermee in strijd is),
Replaces (vervangt), Breaks (maakt onklaar) of
Provides (erin voorziet)?, Sectie 7.9 below.
Het pakketbeheergereedschap van Debian kan gebruikt worden om:
pakketten of delen ervan te hanteren en te beheren,
lokale vervangingen van bestanden uit een pakket te beheren,
ontwikkelaars te helpen bij de constructie van pakketarchieven, en
gebruikers te helpen bij het installeren van pakketten die op een externe FTP-site staan.
Een "pakket" van Debian, of een archiefbestand van Debian, bevat de uitvoerbare bestanden, bibliotheken en documentatie die verband houdt met een specifieke programma-suite of groep van verwante programma's. Gewoonlijk heeft een Debian-archief een bestandsnaam die eindigt op .deb.
The internals of this Debian binary packages format are described in the
deb(5)
manual page. This internal format is subject to change
(between major releases of Debian GNU/Linux), therefore please always use
dpkg-deb(1)
if you need to do lowlevel manipulations on
.deb files.
De bestandsnaam van een Debian-pakket beantwoordt aan de volgende conventie: <foo>_<VersieNummer>-<DebianRevisieNummer>_<DebianArchitectuur>.deb
Merk op dat foo hier staat voor de pakketnaam. Nagaan wat de pakketnaam is van een specifiek archiefbestand van Debian (een .deb-bestand), kan op een van de volgende manieren gebeuren:
onderzoek het bestand "Packages" in de map waar het zich op een Debian FTP-archiefsite bevindt. Dit bestand bevat voor elk pakket een paragraaf met de beschrijving ervan. Het eerste veld van die paragraaf bevat de formele pakketnaam.
gebruik het commando dpkg --info foo_VVV-RRR_AAA.deb (waarbij VVV, RRR en AAA respectievelijk het versienummer, het revisienummer en de architectuur van het pakket in kwestie zijn). Dit commando toont onder meer de pakketnaam die overeenkomt met het archiefbestand dat uitgepakt wordt.
De component VVV is het versienummer dat door de programmaontwikkelaar (de zogenaamde upstream developer) aan het programma gegeven werd. Hier gelden geen standaarden, waardoor dit versienummer heel uiteenlopende vormen kan hebben, zoals "19990513" of "1.3.8pre1".
De component RRR is het revisienummer van Debian en wordt gegeven door de ontwikkelaar van Debian (of een individuele gebruiker die kiest om het pakket zelf te bouwen). Dit nummer komt overeen met het revisieniveau van het Debian-pakket. En dus betekent een nieuw revisienummer meestal dat de Debian Makefile (debian/rules), het Debian control-bestand (debian/control), de scripts voor installatie en verwijdering (debian/p*) of de configuratiebestanden van het pakket gewijzigd werden.
The AAA component identifies the processor for which the package
was built. This is commonly amd64, which refers to AMD64, Intel
64 or VIA Nano chips. For other possibilities review Debian's FTP directory
structure at Wat betekenen al die
mappen in de FTP-archieven van Debian?, Sectie 6.7. For details, see the
description of "Debian architecture" in the manual page
dpkg-architecture(1)
.
Specificaties over de inhoud van een control-bestand van Debian worden gegeven in het Beleidshandboek van Debian, hoofdstuk 5. Zie Welke andere documentatie bestaat er o en voor een Debian-systeem?, Sectie 12.1.
Een beknopt voorbeeld van een control-bestand voor het Debian-pakket ziet u hieronder:
Pakket: hello Versie: 2.9-2+deb8u1 Architectuur: amd64 Onderhouder: Santiago Vila <sanvila@debian.org> Grootte-na-Installatie: 145 Vereist: libc6 (>= 2.14) Tegenstrijdig met: hello-traditional Maakt defect: hello-debhelper (<< 2.9) Vervangt: hello-debhelper (<< 2.9), hello-traditional Sectie: devel Prioriteit: optional Homepage: http://www.gnu.org/software/hello/ Beschrijving: voorbeeldpakket gebaseerd op GNU hello Het GNU-programma hello produceert een bekende, vriendelijke begroeting. Het laat niet-programmeurs toe een klassiek gereedschap uit de computerwetenschappen te gebruiken waartoe ze anders geen toegang zouden hebben. . Ernstig nu: dit is een voorbeeld van hoe u een Debian-pakket maakt. Het is de Debian-versie van het programma `hello world' van het GNU Project. (dat zelf voor het GNU Project als voorbeeld dient).
Het veld Package vermeldt de naam van het pakket. Dat is de naam waarmee het pakket door de pakketgereedschappen gemanipuleerd kan worden. En meestal, maar niet noodzakelijk, is die hetzelfde als de eerste component van de naam van het Debian-archiefbestand.
Het veld Version vermeldt zowel het versienummer dat de toeleverende programmaontwikkelaar eraan geeft als (in de laatste component) het revisieniveau van het Debian-pakket van dit programma, zoals toegelicht werd in Waarom hebben Debian-pakketten dergelijke lange namen?, Sectie 7.3.
Het veld Architecture vermeldt de chip waarvoor dit specifieke binaire pakket gecompileerd werd.
Het veld Depends vermeldt een lijst van pakketten die geïnstalleerd moeten zijn opdat dit pakket met succes geïnstalleerd zou kunnen worden.
Het veld Installed-Size geeft aan hoeveel schijfruimte het geïnstalleerde pakket zal gebruiken. Het is de bedoeling dat de installatie-frontends daarvan gebruik maken om te tonen of er voldoende schijfruimte beschikbaar is voor de installatie van het programma.
De regel Section geeft de "sectie" aan waar dit Debian-pakket opgeslagen is op de Debian FTP-sites.
Het veld Priority geeft aan hoe belangrijk het is dat dit pakket geïnstalleerd is, waardoor semi-intelligente software zoals apt en aptitude het pakket kunnen indelen in een categorie, zoals bijvoorbeeld optioneel geïnstalleerde pakketten. Zie Wat is een Essential (essentieel), Required (vereist), Important (belangrijk), Standard (standaard), Optional (optioneel) en Extra (extra) pakket?, Sectie 7.7.
Het veld Maintainer vermeldt het e-mailadres van de persoon die momenteel verantwoordelijk is voor het onderhoud van dit pakket.
Het veld Description bevat een korte beschrijving van de functionaliteit van het pakket.
Voor meer informatie over alle mogelijke velden welke een pakket kan hebben kunt u hoofdstuk 5 van het Debian beleidshandboek, "Controle-bestanden en hun velden", raadplegen. Zie Welke andere documentatie bestaat er o en voor een Debian-systeem?, Sectie 12.1.
Conffiles is een lijst van configuratiebestanden (die meestal in /etc geplaatst worden) welke het pakketbeheersysteem niet zal overschrijven als het pakket opgewaardeerd wordt. Dit garandeert dat de lokale waarden van de inhoud van die bestanden behouden blijven, hetgeen een cruciale functionaliteit is voor het mogelijk maken van de opwaardering van pakketten op een werkend systeem.
Om exact te weten welke bestanden behouden blijven tijdens een opwaardering, geeft u het commando
dpkg --status pakket
en kijkt u bij "Conffiles:".
Deze bestanden zijn uitvoerbare scripts die automatisch uitgevoerd worden vooraleer of nadat een pakket geïnstalleerd of verwijderd wordt. Samen met het bestand met de naam control, maken al deze bestanden deel uit van de "controle"-sectie van een Debian archiefbestand.
De verschillende bestanden zijn:
Dit script wordt uitgevoerd vooraleer het pakket waartoe het behoort, uitgepakt wordt uit zijn Debian-archiefbestand (".deb"). Vele 'preinst'-scripts stoppen diensten voor pakketten die opgewaardeerd worden totdat hun opwaardering of installatie voltooid is (na de succesvolle uitvoering van het 'postinst'-script).
Dit script werkt meestal een eventuele vereiste configuratie van het pakket foo af nadat foo uitgepakt werd uit zijn Debian-archiefbestand (".deb"). Vaak vragen 'postinst'-scripts de gebruiker om invoer en/of waarschuwen hem dat als hij de standaardwaarden aanvaardt, hij later op de configuratie moet terugkomen om die volgens behoefte te herconfigureren. Vele 'postinst'-scripts voeren dan eventueel commando's uit die nodig zijn om een dienst te starten of te herstarten eens een nieuw pakket opgewaardeerd of geïnstalleerd werd.
Dit script stopt meestal eventuele daemons die verband houden met dat pakket. Het wordt uitgevoerd vooraleer de bestanden die verband houden met het pakket, verwijderd worden.
Dit script wijzigt gewoonlijk koppelingen of andere bestanden die verband houden met foo en/of verwijdert bestanden die door het pakket gecreëerd werden. (Zie ook Wat is een virtueel pakket?, Sectie 7.8.)
Momenteel zijn alle controle-bestanden te vinden in de map /var/lib/dpkg/info. De bestanden die verband houden met het pakket foo hebben een naam die begint met "foo" en hebben voor zover van toepassing de bestandsextensie "preinst", "postinst", enz. Het bestand foo.list in die map vermeldt alle bestanden die door het pakket foo geïnstalleerd werden. (merk op dat de locatie van die bestanden behoort tot de interne keuken van dpkg; u moet daarop niet vertrouwen.)
Elk pakket krijgt door de onderhouders van de distributie een prioriteit toegekend als een hulpmiddel voor het pakketbeheersysteem. De prioriteiten zijn:
Required (vereist): pakketten die noodzakelijk zijn voor de goede werking van het systeem.
Dit omvat alle noodzakelijke gereedschappen voor het repareren van een defect systeem. U mag deze pakketten niet verwijderen want uw systeem zou volledig defect kunnen geraken en waarschijnlijk zou u niet eens dpkg kunnen gebruiken om de zaken terug te plaatsen. Systemen met enkel pakketten met prioriteit 'Required' zijn waarschijnlijk onbruikbaar, maar hebben voldoende functionaliteit om de systeembeheerder in staat te stellen het op te starten en bijkomende software te installeren.
Important (belangrijke) pakketten zouden op elk Unix-achtig systeem aanwezig moeten zijn.
Andere pakketten zonder dewelke het systeem niet goed zou functioneren of niet bruikbaar zou zijn, vallen hieronder. Daaronder valllen NIET Emacs of X of TeX of gelijk welke andere omvangrijke toepassing. Deze pakketten voorzien enkel in de basisinfrastructuur.
Standard-pakketten zijn standaard aanwezig op elk Linux-systeem en omvatten onder meer een klein maar niet al te beperkt tekenmodussysteem. Ook gereedschap dat het mogelijk maakt e-mails te verzenden (met mutt) en bestanden te downloaden van FTP-servers valt hieronder.
Dit is wat standaard geïnstalleerd wordt als de gebruiker niets anders selecteert. Veel uitgebreide toepassingen vallen hieronder niet, maar hieronder valt wel de interpreter van Python en bepaalde serversoftware, zoals OpenSSH (om beheer vanop afstand mogelijk te maken) en Exim (voor het afleveren van e-mail, hoewel het ingesteld kan worden om enkel lokaal e-mail af te leveren). Hieronder valt ook bepaalde algemene documentatie die voor de meeste gebruikers nuttig is.
Optional (optionele) pakketten zijn al die pakketten die u redelijkerwijs wel wilt installeren als u ze niet goed kent, of pakketten die geen bijzondere vereisten stellen.
Daaronder vallen X, een complete TeX-distributie en vele toepassingen.
Extra: pakketten die ofwel tegenstrijdig zijn met andere pakketten met een hogere prioriteit, meestal enkel nuttig zijn voor wie ze echt kent, of bijzondere vereisten stellen die ze ongeschikt maken voor de categorie "Optional" (optioneel).
Indien u een standaardinstallatie van Debian uitvoert zullen alle pakketten met prioriteit Standard of hoger op uw systeem geïnstalleerd worden. Indien u voorgedefinieerde taken ('tasks') selecteert zullen er ook pakketten met een lagere prioriteit geïnstalleerd worden.
Daarnaast worden sommige pakketten gemarkeerd als Essential (essentieel) omdat ze absoluut noodzakelijk zijn voor het goed functioneren van het systeem. De gereedschappen voor pakketbeheer zullen weigeren om deze te verwijderen.
Een virtueel pakket is een algemene naam voor een groep pakketten die allemaal eenzelfde functionaliteit bieden. Bijvoorbeeld, de programma's konqueror en firefox-esr zijn allebei webbrowsers en kunnen daarom voldoen aan de vereiste van elk programma dat de aanwezigheid van een webbrowser op het systeem nodig heeft om te kunnen functioneren of van nut te kunnen zijn. Daarom wordt van beide pakketten gezegd dat ze voorzien in het "virtueel pakket" met de naam www-browser.
Evenzo leveren zowel exim4 als sendmail de functionaliteit van e-mailtransporteur. Daarom wordt van beide pakketten gezegd dat ze voorzien in het virtueel pakket "mail-transport-agent". Indien een van beide geïnstalleerd is, zal met de aanwezigheid van dit virtueel pakket voldaan zijn aan de vereiste van elk programma dat afhankelijk is van de installatie van een mail-transport-agent.
Indien op een systeem meer dan een pakket geïnstalleerd is dat voorziet in hetzelfde virtueel pakket, beschikt Debian over een mechanisme waardoor systeembeheerders een ervan kunnen aanduiden als voorkeurspakket. Het betreffende commando is update-alternatives en wordt later behandeld onder Dommige gebruikers houden van mawk, anderen houden van gawk; sommigen houden van vim, anderen houden van elvis; sommigen houden van trn, anderen houden van tin. Hoe ondersteunt Debian diversiteit?, Sectie 11.11.
Het pakketsysteem van Debian kent een scala van "afhankelijkheden/vereisten" (dependencies) dat ontworpen werd om aan te geven (met een enkele vlag) in welke mate een programma A op een bepaald systeem kan functioneren zonder de aanwezigheid van programma B:
Pakket A vereist (depends in het jargon van Debian - in vertalingen wordt soms ook de term 'is afhankelijk van' gebruikt) pakket B als B absoluut geïnstalleerd moet zijn om B te kunnen uitvoeren. In sommige gevallen vereist A niet enkel B, maar een bepaalde versie van B. In dergelijk geval geeft het versienummer meestal een ondergrens aan, in die zin dat A ook om het even welke versie van B kan gebruiken die recenter is dan de opgegeven versie.
Pakket A beveelt pakket B aan (recommends in het jargon van Debian) als de pakketbeheerder van oordeel is dat de meeste gebruikers A niet zouden willen hebben zonder ook te beschikken over de functionaliteit die door B geboden wordt.
Pakket A suggereert (suggests in het jargon van Debian) pakket B als pakket B bestanden bevat die verband houden met de functionaliteit van A (en deze meestal uitbreiden).
Pakket A is in tegenstrijd met (conflicts in het jargon van Debian - in vertalingen wordt soms ook de term 'conflicteert met' gebruikt) pakket B als pakket A niet zal werken als pakket B op het systeem geïnstalleerd is. Meestal doet een conflict zich voor als A bestanden bevat die een verbeterde versie zijn van die van B. De kwalificatie "Conflicts" wordt vaak gebruikt in combinatie met "replaces".
Pakket A vervangt (replaces in het jargon van Debian) pakket B als bestanden die door B geïnstalleerd worden, verwijderd en (in sommige gevallen) overschreven worden door bestanden uit A.
Pakket A maakt pakket B onklaar (breaks in het jargon van Debian - in vertalingen wordt soms ook de term 'breekt' gebruikt) wanneer beide pakketten niet gelijktijdig geconfigureerd kunnen zijn op een systeem. Het pakketbeheersysteem zal weigeren om het ene pakket te installeren als het andere reeds geïnstalleerd en geconfigureerd is op het systeem.
Pakket A voorziet in (provides in het jargon van Debian) pakket B als alle bestanden en alle functionaliteit van B opgenomen zijn in A. Dit mechanisme biedt gebruikers met beperkte opslagruimte de mogelijkheid om enkel dat deel van pakket A te nemen waaraan ze echt behoefte hebben.
Meer uitgebreide informatie over het gebruik van elk van deze termen i s te vinden in het Beleidshandboek van Debian, hoofdstuk 7.2, "Binary Dependencies" (Vereisten van binaire pakketten), zie Welke andere documentatie bestaat er o en voor een Debian-systeem?, Sectie 12.1.
"Pre-Depends" (een voorvereiste) is een bijzondere vereiste. Bij de meeste pakketten is het zo dat dpkg het archiefbestand van een pakket (d.w.z. zijn .deb-bestand) zal uitpakken ongeacht het feit of de bestanden die het vereist op het systeem aanwezig zijn of niet. Eenvoudig geformuleerd betekent uitpakken dat dpkg de bestanden die geïnstalleerd moeten worden, zal extraheren uit het archiefbestand en ze op hun plaats zal zetten. Indien dit pakket de aanwezigheid op het systeem van bepaalde andere pakketten vereist, zal dpkg weigeren de installatie af te ronden (door te weigeren de actie "configureren" uit te voeren) totdat de andere pakketten geïnstalleerd zijn.
Echter, bij sommige pakketten zal dpkg zelfs weigeren deze uit te pakken totdat voldaan werd aan sommige vereisten. Van dergelijke pakketten wordt gezegd dat ze de aanwezigheid van andere pakketten als "voorvereiste" (Pre-depends) hebben. Het Debian-project ontwikkelde dit mechanisme om de veilige opwaardering mogelijk te maken van systemen op basis van het a.out-formaat naar het ELF-formaat, waarbij de volgorde waarin pakketten uitgepakt werden, cruciaal was. Er doen zich ook andere uitgebreide opwaarderingssituaties voor waarbij deze methode nuttig is, bijvoorbeeld bij de opwaardering van pakketten die als prioriteit 'required' (vereist) hebben en hun LibC-vereiste.
Zoals hiervoor reeds het geval was, kan ook hierover meer informatie gevonden worden in het Beleidshandboek.
Deze "gewenst"-vlaggen geven aan wat de gebruiker met een pakket wilde doen (zoals aangegeven bij de rechtstreekse aanroeping door de gebruiker van dpkg/apt/ aptitude).
Hun betekenis is de volgende:
unknown - (onbekend) de gebruiker heeft nooit aangegeven dat hij het pakket wilde.
install - (installeren) de gebruiker wil dat het pakket geïnstalleerd of opgewaardeerd wordt.
remove - (verwijderen) de gebruiker wil dat het pakket verwijderd wordt, maar wil eventuele bestaande configuratiebestanden niet verwijderen.
purge - (wissen) de gebruiker wil dat het pakket volledig verwijderd wordt, met inbegrip van zijn configuratiebestanden.
hold - (handhaven) de gebruiker wil niet dat er iets gebeurt met dit pakket, d.w.z. dat hij de huidige versie in de huidige toestand wenst te behouden, wat die ook is.
Er zijn drie manieren om pakketten vast te houden/zetten, met dpkg, apt of aptitude.
Bij dpkg moet u de lijst met pakketselecties exporteren met:
dpkg --get-selections \* > selections.txt
Dan moet u het gegenereerde bestand selections.txt
bewerken en de
regel met het pakket dat u wenst te handhaven, bijvoorbeeld libc6
,
veranderen van:
libc6 install
in:
libc6 hold
Bewaar het bestand en laad het opnieuw in de databank van dpkg met:
dpkg --set-selections < selections.txt
Bij apt kunt u een pakket als te handhaven instellen met
apt-mark hold pakket_naam
en de 'te handhaven'-status verwijderen met
apt-mark unhold pakket_naam
Bij aptitude kunt u de 'te handhaven'-status van een pakket regelen met
aptitude hold pakket_naam
en de 'te handhaven'-status verwijderen met
aptitude unhold pakket_naam
Bronpakketten van Debian kunnen niet echt "geïnstalleerd" worden. Ze worden enkel uitgepakt in om het even welke map waarin u de binaire pakketten die deze produceren, wilt gaan bouwen.
Source packages are distributed on most of the same mirrors where you can
obtain the binary packages. If you set up your APT's
sources.list(5)
to include the appropriate "deb-src"
lines, you'll be able to easily download any source package by running
apt-get source foo
Om u te helpen bij het effectief bouwen van het bronpakket, voorzien Debian-bronpakketten in het zogenaamde bouwvereistenmechanisme (build-dependencies mechanism). Dit betekent dat de onderhouder van het bronpakket een lijst bijhoudt van andere pakketten die vereist zijn voor het bouwen van hun pakket. Om het nut ervan te zien, gebruikt u het commando
apt-get build-dep foo
voor u het bronpakket bouwt.
De aangewezen manier om dit te doen is met behulp van verschillende verpakkingsgereedschappen. We tonen hoe dit gebeurt met de gereedschappen van devscripts. Installeer dit pakket als dat nog niet gebeurd is.
Haal eerst het bronpakket op:
apt-get source foo
en ga naar de broncodeboom:
cd foo-*
Installeer de bouwvereisten die (eventueel) nodig zijn:
sudo apt-get build-dep foo
Creëer nadien een speciaal versienummer voor uw eigen bouw (zodat u later niet in verwarring raakt wanneer Debian zelf een nieuwe versie uitbrengt):
dch -l local 'Bla bla bla'
En bouw tenslotte uw pakket:
debuild -us -uc
Indien alles correct verliep, zou u nu in staat moeten zijn uw pakket te installeren met het commando
sudo dpkg -i ../*.deb
Indien u devscripts niet wilt gebruiken en verkiest om de zaken handmatig te doen, volg dan deze werkwijze:
U heeft alle bestanden nodig van het type foo_*.dsc, foo_*.tar.gz en foo_*.diff.gz om het bronpakket te compileren (opmerking: voor sommige pakketten waarvan de originele broncode van Debian zelf afkomstig is, bestaat geen .diff.gz)
Eens u deze verzameld heeft (Hoe installeer ik een
bronpakket?, Sectie 7.13) en als het pakket dpkg-dev
op uw
systeem geïnstalleerd is, dan zal het volgende commando:
dpkg-source -x foo_versie-revisie.dsc
het pakket uitpakken in een map met de naam foo-versie.
Indien u enkel het pakket wilt compileren, kunt met het commando cd naar de map foo-versie gaan en het volgende commando geven:
dpkg-buildpackage -rfakeroot -b
om het pakket te bouwen (merk op dat daarvoor ook het pakket
fakeroot
nodig is) en daarna
dpkg -i ../foo_versie-revisie_arch.deb
om de/het pas gebouwde pakket(ten) te installeren.
Voor een meer gedetailleerde beschrijving hiervan moet u de Handleiding voor
nieuwe onderhouders (New Maintainers' Guide) lezen, die u vindt in het pakket
maint-guide
of op http://www.debian.org/doc/devel-manuals#maint-guide
,
of de Gids voor onderhouders van Debian, die u vindt in het pakket
debmake-doc
of op https://www.debian.org/doc/devel-manuals#debmake-doc
.
[ vorige ] [ Inhoud ] [ 1 ] [ 2 ] [ 3 ] [ 4 ] [ 5 ] [ 6 ] [ 7 ] [ 8 ] [ 9 ] [ 10 ] [ 11 ] [ 12 ] [ 13 ] [ 14 ] [ 15 ] [ 16 ] [ volgende ]
De Debian GNU/Linux FAQ
versie 9.0, 17 November 2018